Tips & tricks: scherpere foto's

Je bent al een tijdje bezig met fotografie en begint de verschillende camera-instellingen- van sluitertijd tot witbalans – al onder de knie te krijgen. Ook experimenteer je veel met stilstaande of juist bewegende beelden. Je probeert om zo mooi of creatief mogelijke foto’s te maken. Naast gewoonweg veel oefenen kunnen de tips & tricks van Gallery Color helpen om je fotografievaardigheden te verbeteren. In dit artikel lees je meer over het scherp stellen van je camera én het achteraf verscherpen van je afbeelding.

Checklist voor scherpe foto’s

Een scherpe foto maken? Dit zijn de aspecten die een scherpe foto maken of breken:

  •        Kwaliteit van de camera.
  •        Kwaliteit van de lens.
  •        Gebruikte accessoires (zoals een statief of flitser).
  •        Het onderwerp van de foto (staat het stil of beweegt het?).
  •        Techniek van de fotograaf.
  •        Nabewerking.

Over de kwaliteit van de camera en lens kunnen we kort zijn. Natuurlijk heb je meer kans op scherpe foto’s met goede apparatuur en de juiste accessoires. Echter: een duur exemplaar gaat je niet redden wanneer je graag haarscherpte foto’s wil leren maken.

Je technische vaardigheden zullen uiteindelijk doorslaggevend zijn.

Belangrijke begrippen en invloed op de scherpte

Het is allereerst om kennis te maken met een aantal belangrijke (technische) begrippen. Deze elementen gaan namelijk voor een groot deel bepalen of je foto scherp wordt of niet.

Resolutie

Met de term ‘resolutie’ wordt het aantal pixels op het beeldscherm beschreven. Hoe meer pixels, hoe hoger de resolutie. Hoe hoger de resolutie, hoe meer fijne details er op de afbeeldingen kunnen worden weergeven. De resolutie wordt daarom ook wel eens omschreven als ‘het onderscheidend vermogen’ van de camera. De resolutie valt niet meer achteraf aan te passen met fotobewerkingssoftware. Gelukkig zorgt de resolutie bij de meeste camera’s niet voor beperkingen, zeker ook omdat je je camera kan uitbreiden met professionele lenzen. Let in ieder geval altijd wel even op wanneer je gaat fotograferen met hoge ISO-waardes.

Contourscherpte

Bepalender voor het eindresultaat zal waarschijnlijk de contourscherpte zijn. Gebruikmaken van contourscherpte is een slimme manier om je foto scherper te doen lijken. Contourscherpte heeft te maken met contrast. Scherpe contrasten worden door ons brein namelijk waargenomen als randen. Dat werkt bijvoorbeeld zo bij de overgang van licht naar donker in een afbeelding. Daarbij geldt: hoe groter het contrast, des te duidelijker die randen voor ons worden en des te scherper de foto lijkt. Het is mogelijk om achteraf met fotobewerkingssoftware met de contourscherpte aan de slag te gaan. In dat geval kan het contrast met bepaalde gereedschappen dus worden vergroot. 

Contrasten zorgen ervoor dat de foto scherper lijkt

Scherptediepte

Scherptediepte kan omschreven worden als ‘dat deel van de foto dat scherp wordt afgebeeld’. Waarschijnlijk zal je een bepaalde punt (het onderwerp) van je foto scherp willen stellen. Maar ook de omgeving rond je onderwerp kan scherp of onscherp worden weergegeven. Hoe meer scherpte in die omgeving, hoe groter de scherptediepte.

Brandpuntafstand

De brandpuntafstand bepaalt hoeveel er in beeld wordt gezet. Letterlijk is de brandpuntafstand ‘de afstand in millimeters van het object (de lens of lenzen) waarin de lichtbundels samenkomen’. Dat klinkt ingewikkeld, maar feitelijk komt het erop neer dat hoe groter de brandpuntafstand, hoe minder beeld je hebt (zoomen). En omgekeerd: hoe lager de brandpuntafstand, hoe meer beeld (groothoek). Sommige objectieven hebben een vaste brandpuntafstand, bij andere kun je deze wel aanpassen (en dus zoomen).

Belangrijk om te weten in ieder geval is dat de brandpuntafstand invloed kan hebben op de scherpte van een foto. Deze heeft namelijk weer invloed op de scherptediepte. Hoe meer je namelijk zoomt (grotere brandpuntafstand), hoe kleiner de scherptediepte wordt. De achtergrond wordt dan dus minder scherp. 

Kun je bij deze foto al iets zeggen over bijvoorbeeld de scherptediepte en de brandpuntafstand?

Diafragma

Het diafragma is de opening in de lens waar het licht door naar binnen valt. Naar wens kun je het diafragma op je camera handmatig aanpassen. Behalve op de hoeveelheid licht heeft het diafragma ook invloed op de scherpte van een foto. Namelijk: hoe groter het diafragma, hoe kleiner de scherptediepte – en omgekeerd. Lees hier meer over het diafragma.

Sluitertijd

De sluitertijd is de tijd dat het licht op de sensor van je camera valt. De sluitertijd heeft dus met name effect op de belichting van de foto. In een goed belichte omgeving volstaat logischerwijs een kortere sluitertijd voor een goede foto. In een donkere omgeving zal de sensor meer tijd nodig hebben om voldoende licht te vangen.

Met de sluitertijd heb je echter ook veel controle over de scherpte van je foto. Dat zit namelijk zo: beweging zorgt voor onscherpte. En hoe langer de sluitertijd, hoe groter de kans dat er bewogen wordt. Je wilt voor een scherpe foto daarom een zo kort mogelijke sluitertijd en kunnen anticiperen op beweging. Lees hier meer over sluitertijd.

Vier tips voor een goede techniek/ scherpere foto’s

Het maken van haarscherpe foto’s zal een kwestie van veel oefenen zijn. Drie extra tips die je foto’s gaan verbeteren:

1.     Neem de juiste houding aan

Hoe stiller je als fotograaf kan staan en hoe vaster je hand, hoe groter de kans op een scherpe foto. Heb je moeite met het aannemen van de juiste houding? Dat is begrijpelijk. Het is dan, zeker in een donkere omgeving, of in het geval van een groter brandpunt of een langere sluitertijd, aan te raden om gebruik te maken van een statief.

2.     Kies de juiste camera-instellingen bij het onderwerp

Hierboven heb je al gezien hoeveel instellingen invloed hebben op de scherpte van je foto. Lees je daarom goed in in deze begrippen. Zorg dat je de theorie begrijpt. Dan kun je daarna gaan oefenen met het kiezen van de juiste camera-instelling in diverse situaties. Probeer dat eerst eens bij stilstaande onderwerpen en experimenteer dan met het verschil in instellingen voor scherpe panoramafoto’s of juist scherpe close-ups bij portretfotografie. Je kunt ook spelen met contrasten. Gaat dat goed? Dan kun je de uitdaging aangaan en je skills testen met bewegend beeld! 

Een panoramafoto vraagt om andere camera-instellingen dan een portretfoto.

Bonustip: er zijn handige apps in de omloop die je een handje kunnen helpen in het ‘berekenen’ van de juiste camera-instellingen. Google maar eens!

3.     Maak meerdere foto’s achter elkaar

Zeker wanneer je een langere sluitertijd hanteert of wanneer het beeld beweegt. Eigenlijke een logische tip: hoe meer foto’s, hoe groter de kans dat er een scherpere foto tussen zit. Experimenteer eens met de zogenaamde ‘sportstand’ van je camera. Daarbij worden zoveel mogelijk opnames per seconde gemaakt. Het voordeel is dat je maar één keer de sluiter hoeft in te drukken – en juist dat indrukken zorgt vaak weer voor beweging in je beeld. 

4.     Bewerk je foto’s na

Nabewerking kan voor een betere scherpte in je foto’s zorgen. Zo kun je de contrasten in je foto’s uitvergroten. Verschillende fotobewerkingssoftwareprogramma’s hebben verschillende tools om je foto’s te verscherpen. Test vooral wat wel of juist niet mooie effecten geeft, maar onthoud altijd: verscherpen is een subtiel proces! Blijf altijd goed opletten wat je doet. Bewerk en bekijk je foto daarom altijd in je scherm op 100% zoom. Zo kun je altijd zien of je de foto te ver hebt verscherpt of nog niet.

En zoals dat voor elke fotograaf werkt: vooral blijven uitproberen en oefenen!

Heb je naar aanleiding van dit artikel nog vragen of opmerkingen? We vinden het leuk als je contact met ons opneemt!